Huurdersorganisaties dringen aan op een renovatie-actieplan in de sociale huur

Gepost op 2018-10-03

Schrijnend. Er is geen ander woord voor de VRT-reportage in de Gentse Sint-Bernadettewijk. Sociale huurders worden aan hun lot overgelaten en wonen jarenlang in een erbarmelijke woning. Een aanslag op hun gezondheid en die van hun kinderen. Leven tussen lekkende daken, schimmels, rotte steunbalken of met elektrocutie- en brandgevaar. Is dit de manier waarop we met onze sociale huurders omgaan?

 

Woonkwaliteit in de sociale huur

Dat er sociale woningen van slechte woningkwaliteit worden verhuurd, is geen verrassing. De huurdersbonden krijgen regelmatig sociale huurders over de vloer die klagen over hun ondermaatse woonkwaliteit, die dermate ernstig is dat ze de gezondheid van gezinnen en kinderen aantast. Het ene gebrek is het andere niet, maar het in 2015 gepubliceerde Groot Woononderzoek besloot op basis van data uit 2013 dat maar liefst 44% van onze sociale woningen niet voldeed aan de minimale kwaliteitsvereisten. En dat bijna 1 op vier structurele gebreken had.

Wie nu plots uit de lucht komt vallen en verbolgen is, heeft dus te lang weggekeken. De dappere getuigenissen van de sociale huurders in de reportage tonen ons de realiteit in alle scherpte. Dit soort situaties zijn geen typisch Gents fenomeen. Ook in andere Vlaamse steden en gemeenten vind je ondermaatse sociale huurwoningen.

 

Renovatie in de sociale huur

Elke sociale huisvestingsmaatschappij maakt een renovatieplanning op, waar de woningen die nood hebben aan een renovatie worden opgelijst. Het is de verantwoordelijkheid van de sociale huisvestingsmaatschappij om deze renovatieplanning correct op te maken en de keuzes te motiveren. Elke sociale huisvestingsmaatschappij moet ook over een conditiemeting en een scorecard van haar woningbestand beschikken.

Daarna is het aan de Vlaamse regering om voldoende middelen te voorzien voor deze renovaties. Want renoveren kost geld. Ook al dreven de Vlaamse regering en de sociale huisvestingsmaatschappijen de afgelopen jaren de renovatie-inspanningen op, het volstaat niet. Het is ook daarom dat sommige lokale besturen er voor kiezen om hier extra in te investeren.

De renovatie van sociale woningen is dus een gedeelde verantwoordelijkheid van de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf en van de Vlaamse overheid. Sterker nog, zowel inzake regelgeving als financiering sociale huur ligt het zwaartepunt van de bevoegdheid bij het Vlaams Gewest. Politiek gekissebis is dan het laatste wat we nodig hebben. Samenwerking des te meer.

 

Actieplan

Het Vlaams Huurdersplatform met onder meer de Vlaamse huurdersbonden en VIVAS (netwerk van sociale huurders) vragen een actieplan en vragen op korte termijn een reactie van alle betrokkenen:

  1. Een duidelijke en volledige en objectieve renovatieplanning met oog voor zowel de ongeschikt verklaarde woningen, woningen van slechte kwaliteit die (nog) niet ongeschikt zijn verklaard als de leegstaande woningen.
  2. Excuses vanuit sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent aan de getroffen huurders, gepaard gaand met een huurprijsvermindering sinds de aanvang van de ongeschiktheid. Tevens een concrete planning zodat deze huurders zo snel mogelijk kunnen verhuizen naar een goede woning in afwachting van hun terugkeer naar de gerenoveerde woning voor wie dat wenst. WoninGent dient deze verhuiskosten op zich te nemen.
  3. De Vlaamse Regering moet op zeer korte termijn nog een versnelling hoger schakelen met een becijferde doelstelling om de renovaties te versnellen door een extra budget uit te trekken. Op die manier moet op korte en middellange termijn de ondermaatse woonkwaliteit en de overdadige leegstand aangepakt worden.
  4. Een bijsturing van de plannen van de Vlaamse regering zodat met de woningkwaliteit meer rekening wordt gehouden bij het bepalen van de marktwaardes. Met de huidige plannen van de Vlaamse regering voor de nieuwe bepaling van de marktwaarde wordt onvoldoende rekening gehouden met ernstige woonkwaliteitsproblemen en/of onderhoudsgebreken en wordt voor de interne staat van de woning (bij lopende huurcontracten) zelfs uitgegaan van de fictie dat deze zich in een redelijke staat bevindt.
    Van zowel de sociale huisvestingsmaatschappijen als de Vlaamse regering en minister van Wonen, Liesbeth Homans vragen we op korte termijn een monitoring van de woonkwaliteit en een becijferd plan van aanpak. Dat plan moet meetbare doelstellingen bevatten en een bijhorende budgetinspanning met inbegrip van een fikse huurprijsverlaging voor wie al die jaren deze onaanvaardbare woonomstandigheden heeft moeten tolereren.

 

Volwaardig sociaal huren

Ons sociaal huursysteem moet een volwaardige woonoplossing zijn. Dat betekent dat de woonkwaliteit gegarandeerd moet worden en dat er voldoende woonzekerheid moet zijn. De uitbreiding van ons sociaal huurpatrimonium moet dus samengaan met een turbo op de renovatiecapaciteit. Soms moeten we het niet moeilijker maken dan het is: zolang een woning wordt verhuurd, moet ze in orde zijn, punt.

 

Sociale huurders die vragen hebben over de kwaliteit van hun woning, kunnen steeds terecht bij de huurdersbond.

Lees in De Morgen (achter betaalmuur) ook de opinie van Joy Verstichele, coördinator van het Vlaams Huurdersplatform.