Opschorting uithuiszettingen moet verlengd worden

Gepost op 2020-07-13

Naar aanleiding van de coronacrisis besliste de Vlaamse regering om uithuiszettingen op te schorten tot 17 juli. Eind deze week eindigt deze maatregel. Nochtans is het coronavirus nog helemaal niet overgewaaid. Laat staan de sociaaleconomische consequenties hiervan.

 

Blijf in uw kot

Toen het duidelijk werd dat het coronavirus ook in ons land voet aan grond kreeg, galmde de boodschap ‘blijf in uw kot’  door onze radio en televisie. Behoorlijk snel besliste onze Vlaamse regering om uithuiszettingen niet langer te laten plaatsvinden. Als je in je kot moet blijven, dan mag je er ook niet uitgezet worden. Een logische redenering.

Er werd toen beslist om de maatregel in te stellen tot 17 juli, in de hoop dat het virus dan overgewaaid zou zijn en dat de sociaaleconomische gevolgen zouden meevallen. Dat bleek twee maal fout gedacht. Het coronavirus waart nog steeds rond en de sociaaleconomische gevolgen zijn nu al niet te overzien. Laat staan dat er nog een tweede golf zou losbarsten.

 

Huurtoelage

De beste preventie op uithuiszetting is de betaalbaarheid van de woning verzekeren. Daar waar eigenaars-bewoners kunnen rekenen op uitstel van afbetaling van hun lening, werden de private huurders in de kou gelaten. Een breed gedragen oproep voor een huurtoelage voor getroffen en kwetsbare private huurders viel in dovemansoren.

Gezinnen en alleenstaanden die noodgedwongen de huur niet meer konden/kunnen betalen, komen niet alleen in de financiële problemen, maar dreigen nu dus ook opnieuw hun woonst te verliezen. Ze krijgen niet eens de tijd om de eventueel opgebouwde huurschuld opnieuw aan te zuiveren.

We verwachten op korte termijn heel wat uithuiszettingen, maar ook op langere termijn zal het aantal uithuiszettingen hoger liggen. De inkomens van veel gezinnen zullen dalen, terwijl de huur even hoog blijft. Onze beleidsmakers en de minister van Wonen zijn zich daar terdege van bewust, want zelfs in hun eigen beleidsdocumenten lezen we ook dat ze een toename van uithuiszettingen verwachten. Een daadkrachtig antwoord daarop blijft echter uit.

 

Fonds ter bestrijding van uithuiszettingen

Minister van Wonen Matthias Diependaele riep op tot solidariteit van verhuurders en versoepelde het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen. Een grootschalige bekendmakingscampagne bleef echter uit. Recent besliste minister Diependaele wel om extra middelen te voorzien voor de sociale verhuurkantoren. Met die centen kunnen ze prospectiemedewerkers aanwerven om hun aanbod te verhogen. Dat is een goede zaak, maar komt veel te laat. Eerst moeten deze medewerkers nog aangeworven worden. Daarenboven is het geen extra aanbod, maar een compensatie voor het minder inhuren gedurende de lockdown. Kortom, voor het najaar hoeven we niet te rekenen op meer aanbod, maar ondertussen komen vanaf 17 juli wel mensen op straat te staan.

Dat het aflopen van dit moratorium midden in het verlof valt, is extra moeilijk te verteren. Zowel omdat de zorgen voor gezinnen in een vakantieperiode onoverzienbaar worden, maar ook omdat het opvangnetwerk op veel plaatsen op minder capaciteit draait. Dat betekent dat net op het moment dat we een piek in de uithuiszettingen zullen krijgen, ook net een dal in de hulpverleningscapaciteit zullen kennen.

 

Verlenging opschorting

Omdat dit scenario absoluut onverteerbaar is, eisen wij dat het moratorium op uithuiszettingen wordt verlengd, zoals in diverse regio’s en landen reeds het geval is. Ook de VN-ambassadeur voor het recht op wonen stelt trouwens dat zo’n moratorium tot 6 maanden na de crisis zou moeten gelden. Grijp die extra tijd ook aan om een beleid te voeren waarbij ook huurders beter ondersteund worden, zodat zoveel mogelijk uithuiszettingen vermeden kunnen worden.