Wat is jullie visie over het woonbeleid van de toekomst?
Voor CD&V is wonen een basisrecht. Punt. Iedere burger moet terecht kunnen in een degelijke en veilige woning. Of je nu koopt, huurt, sociaal huurt of zoekt naar een assistentiewoning of kot. Er moet extra aanbod komen, met respect voor de eigenheid van elk dorp of de stad. Want enkel extra aanbod op alle deelmarkten zal de prijzen echt drukken en het bestaande onevenwicht wegwerken. Ondersteuning voor kopers, huurders en sociaal huurders moet inkomensgerelateerd zijn. Renovatiepremies moeten de energetische score van een woning verbeteren. Renovatieleningen kosteloos voor de laagste inkomens.
Hoe wil uw partij de private huurmarkt kwaliteitsvoller en betaalbaarder maken?
Betaalbaarheid is een kwestie van voldoende aanbod en evenwicht op de woningmarkt. Bij onvoldoende aanbod verdringen kandidaat-kopers en kandidaat-sociaal huurders private huurders van de private huurmarkt. De kleinschalige private verhuurder is een partner. We willen een scenario met enkel grote commerciële spelers vermijden. Wie beperkt energiezuinig verhuurt moet korting krijgen op de onroerende voorheffing. Het sociaal energietarief moet waar mogelijk worden vervangen door de plaatsing van zonnepanelen en de verzekering gewaarborgd wonen moet worden uitgebreid voor private huurders.
Hoe wil uw partij de toegang tot de private huurmarkt bevorderen?
We moeten blijven inzetten op voldoende privaat huuraanbod via private verhuurders. Er is meer aanbod nodig om de prijzen te drukken. Kleinschalige verhuurders moeten beroep kunnen doen op energetische renovatiepremies. Wie wacht op een sociale woning moet na 2 jaar in plaats van 4 beroep kunnen doen op een huurpremie. De verzekering gewaarborgd wonen moet worden uitgebreid naar private huurders. Meer en sneller sociale woningen bouwen met een nieuw bindend sociaal objectief en plicht gemengd wonen moet de druk op de private huurmarkt doen afnemen.
Hoeveel extra sociale woningen wil uw partij de volgende legislatuur realiseren en op welke manier zal u dit doen?
Wie er recht op heeft, moet terecht kunnen in een sociale woning. Meer en sneller bouwen dus! Voor 2025-2029 per jaar 7,5% van de nieuwe woningen, dus 1.875 appartementen en 1.500 huizen. Voor 2030-2034 per jaar 10% van de nieuwe woningen, ofwel 3.000 appartementen en 2.250 huizen. In totaal voor 2025-2034 dus 43.000 bijkomende sociale woningen. Daarnaast willen we bijkomend 7.000 betaalbare woningen via de geconventioneerde verhuur, lokale erfpacht en de uitbreiding van het model VLABINVEST naar heel Vlaanderen om tot 50.000 bijkomende sociale en betaalbare woningen te komen.
Hoe wil uw partij de sociale huurprijzen betaalbaarder maken?
CD&V wenst in de eerste plaats in te zetten op meer en sneller sociale woningen bouwen en wenst daarvoor een nieuw Bindend Sociaal Objectief. Bijkomende woningen maken het mogelijk om kandidaat-huurders sneller een sociale huurwoning toe te wijzen. Aan wie nog geen sociale huurwoning kan worden toegewezen, wordt door middel van versnelde toekenning (halvering van de wachttijd van 4 naar 2 jaar) van de huurpremie betaalbare huisvesting bezorgd.
In de tweede plaats moet het verschil tussen de sociale huurprijs voor de sociale huurwoningen van de woonmaatschappijen weggewerkt worden. Bij deze harmonisering van de sociale huurprijzen zal rekening gehouden worden met de financiële draagkracht van de sociale huurder en moet het recht op een menswaardig inkomen gevrijwaard worden.
Hoe wil uw partij dak- en thuisloosheid uitbannen voor Vlaanderen?
CD&V blijft zich engageren om een einde te maken aan dak- en thuisloosheid tegen 2030. Door het vroegtijdig identificeren van risicofactoren kunnen we hulp bieden voordat mensen dakloos worden. Jongvolwassenen vereisen hierbij extra aandacht.
We zetten in op innovatieve woonoplossingen voor mensen in dreigende dak- en thuisloosheid, bv. de inzet van modulaire woningen of mobiele en herbruikbare woonvormen. Stedelijke leegstand kan ingezet worden voor betaalbaar en kwaliteitsvol wonen i.s.m. partners zoals het CAW. De ‘housing first’-projecten moeten worden uitgerold in heel Vlaanderen en Brussel. Daarnaast moet de installatiepremie een individueel recht worden.