Een woning moet aan bepaalde minimale kwaliteitseisen voldoen. Zowel bij aanvang, maar ook doorheen de ganse duur van de huur.
Wanneer je een probleem vast stelt, dan informeer je best de verhuurder met een aangetekende brief. Daarin leg je uit wat het probleem is en dring je aan op een vakkundige herstelling. Raakt het probleem niet onderling opgelost, neem dan contact op met je huurdersbond om de strategie te bepalen.
Zo kan je een aanvraag indien voor een woningonderzoek. Dan zal een woningcontroleur langskomen om de staat van de woning te bekijken. Op basis daarvan kan een burgemeester beslissen om de woning ongeschikt en/of onbewoonbaar te verklaren.
Waren de problemen al van bij aanvang aanwezig, dan kan de rechter op jouw verzoek de huurovereenkomst nietig verklaren met terugbetaling van de huurgelden, eventueel het bepalen van een bezettingsvergoeding en de vrijgave van de waarborg aan de huurder.
Zijn de problemen in de loop van de huur ontstaan en voldoende ernstig, dan kan je de gedwongen uitvoering van werken met huurprijsvermindering vragen wegens mingenot, zolang de werken niet zijn uitgevoerd. Als je ondertussen de woning zou willen verlaten, dan kan je ook een ontbinding met schadevergoeding eisen.