Vlaams Huurdersplatform trekt naar Raad van State tegen vermogenstoets voor kandidaat sociale huurders

Gepost op 2023-12-14

Het Vlaams Huurdersplatform diende een verzoekschrift bij de Raad van State in tegen de manier waarop de vermogenstoets in de sociale huur wordt ingevoerd. De maatregel verbiedt kandidaten voor een sociale woning om te sparen boven een beperkte grens. De maatregel is volgens het Vlaams Huurdersplatform niet goed uitgewerkt, werd onvoldoende onderzocht, is niet proportioneel en is een achteruitgang van het recht op een behoorlijke huisvesting.

Vanaf 1 januari 2024 moeten kandidaten voor een sociale huurwoning aantonen dat ze niet teveel spaarcenten hebben. Bij inschrijving moeten ze een verklaring op eer ondertekenen. Bij toewijzing moeten ze uittreksels van hun bankrekening tonen.

De grensbedragen worden door de nieuwe regeling gelegd op:

  • alleenstaande zonder persoon ten laste: 28.105 euro (geïndexeerd bedrag 2023)
  • alleenstaande met handicap: 30.460 euro (geïndexeerd bedrag 2023)
  • iedere andere persoon zonder kinderen: 42.156 euro (geïndexeerd bedrag 2023)
  • verhoging per persoon ten laste: 2.356 euro (geïndexeerd bedrag 2023)

Het idee is dat sociale woningen enkel mogen gaan naar mensen die niet zelf in hun woonbehoefte kunnen voorzien. Maar volgens ons kan je er niet zomaar vanuit gaan dat mensen met deze spaargrenzen een hypothecaire lening aan kunnen gaan om eigendom te verwerven of op de private huurmarkt elke maand de huur kunnen betalen zonder eventuele spaarcenten op te souperen.

Er werd ook helemaal niet onderzocht hoeveel kandidaat sociale huurders effectief een groter spaarboekje zouden hebben dan wat de grenzen bepalen. Wel weten we uit onderzoek dat mensen met lage inkomens vaker ook een beperkt vermogen hebben. Daarom mogen we er van uitgaan dat het over een zeer beperkte groep kandidaat-huurders gaat.

De kandidaat-huurders die toch wat bijeen gespaard hebben of die plots een stukje van een erfenis krijgen, zullen die centen moeten wegschenken of opdoen om in aanmerking te blijven komen voor een sociale huurwoning. Nochtans weten we dat 36% van de sociale huurders na het betalen van de sociale huurprijs niet voldoende overhoudt om nog menswaardig te leven. Voor wie kan, is een beetje reserve hebben altijd nuttig, zelfs als men dus nadien sociale huurder wordt.

Het Vlaams Huurdersplatform stelt daarom dat er vanuit het recht op behoorlijke huisvesting geen redelijke verantwoording is voor deze maatregel. Deze dient geen legitiem doel en kan niet als pertinent, noodzakelijk en proportioneel worden beschouwd. Ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden geschonden. We kunnen spreken van een achteruitgang van het beschermingsniveau en vinden het heel eigenaardig dat bepaalde vermogens wel in rekening worden gebracht en andere niet.

Nadat het Vlaams Huurdersplatform eerder al deze kritiek uitte, voelen we ons nu genoodzaakt om een procedure te starten bij de Raad van State.