Huurdersparticipatie in de Geelse Huisvesting

Gepost op 2017-10-17

Naar aanleiding van de studiedag op 19 oktober, gingen we op bezoek bij Elien Van Vaerenbergh. Zij werkt bij de dienst gelijke kansen van het Sociaal huis van Geel als een van de medewerkers die instaat voor de bewonersparticipatie binnen de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Geelse Huisvesting’. Het werd een boeiend gesprek over de wijkwerking, participatiecellen en mooie plannen voor de toekomst.

 

Kan je kort schetsen wat er allemaal leeft in Geel rond bewonersparticipatie?

Elien: 20 jaar geleden zijn we gestart met een wijkwerking in de sociale woonwijken in Geel. Deze gaat vooral door in de drie grootste wijken: ’t Velleke, de Eikenstraat en de Leunen. De wijkwerking is begonnen als een louter vindplaatsgerichte werking: via huisbezoeken en gesprekken op kleine ontmoetingsplaatsen in de wijk (de traphallen, de vuilbakken of de banken). Pas na 6 jaar  konden we in ’t Velleke ons buurtencentrum ‘den Alleman’ in gebruik nemen.

In den alleman hebben wij onze bureauruimte waar wij regelmatig zitten. De mensen van de wijken weten dit en springen dan ook vaak binnen. Als wij aanwezig zijn en tijd hebben, luisteren wij altijd naar hun verhalen. Op dinsdag- en donderdagnamiddag houden wij zelf permanentie. Op die manier weten de buurtbewoners dat we dan zeker aanwezig zijn. Op andere dagen kunnen ze natuurlijk ook langskomen, maar dan hebben we niet altijd tijd of zijn we niet altijd aanwezig. Op onze bureau komen best veel bewoners langs. We moeten er wel over waken dat ze met vragen komen die effectief bedoelt zijn voor onze wijkwerking en niet voor de sociale dienst van het OCMW. Wanneer wij hen niet kunnen verder helpen, verwijzen we hen door naar onze collega’s of naar andere diensten.

Doordat we bereikbaar zijn voor de mensen, komen we heel veel te weten over wat er leeft binnen de wijk en kunnen we kort op de bal spelen wanneer er problemen ontstaan. Dit zorgt ervoor dat veel problemen al opgelost worden voor ze effectief begonnen zijn. Wij hebben onlangs een gesprek gehad met de Geelse Huisvesting waarin ze ons vertelden dat ’t Velleke tien jaar geleden een probleemwijk was. Nu is dit door onze aanwezigheid veel minder het geval en is dit zelfs een van de rustigere wijken.

 Binnen de wijkwerking hebben een goed uitgebouwde vrijwilligerswerking Het buurtencentrum den Alleman wordt 5 dagen in de week open gehouden door de vrijwilligers. Enkel op dinsdag en woensdag is het café gesloten. De mensen uit de buurt kunnen dan iets komen drinken en hun verhaal doen en elkaar ontmoeten. De vrijwilligers organiseren ook regelmatig ontmoetings- en ontspannende activiteiten. Dit is een manier om te werken aan samenleven in de buurt.

Daarnaast organiseren we met de wijkwerking ook samenlevingsgerichte projecten. Zo is er bijvoorbeeld een aantal jaar geleden tijdens de zomermaanden een circusproject gestart in de Eikenstraat omdat bewoners klaagden over overlast van kinderen en jongeren tijdens de vakantie. We zijn met die kinderen en  jongeren op een positieve manier een project gestart en hebben daar een toonmoment en samenkomst voor de hele wijk aan gekoppeld op het einde van de zomer. Dat is onze manier van werken, we proberen altijd op een positieve manier met de mensen aan de slag te gaan.

Verder ben ik binnen de wijkwerking verantwoordelijk voor het stuk ‘participatie’. Hierbij hebben we extra aandacht voor de meest kwetsbaren. Het doel is om te komen tot structurele verbeteringen in de wijk. Om zo veel mogelijk stemmen te horen, plannen we doorheen een werkjaar verschillende werkvormen van participatie die toegankelijk zijn voor iedereen.

De meest gebruikte methodiek is de ‘gangvergadering’ in de woonblokken waar we per 2 of 3 verdiepingen alle bewoners onverwacht uit hun appartement halen om even in de gang te komen zitten en praten. We voorzien wat stoelen, koffie en het gespreksonderwerp waarover we participatie willen doen.  Resultaat van deze korte ‘interventie’ in de gang is dat we op korte tijd een zéér groot bereik hebben van de bewoners en dat voornamelijk mensen met een migratieachtergrond wél gehoord zijn. Bovendien stimuleert elke gangvergadering het samenleven, want even samenzitten met je buren helpt altijd.

Een andere methodiek is de ‘wijkwandeling’ waarin we met een grote groep bewoners de pijnpunten van de wijk opsommen, vervolgens de wijk rondwandelen en bij elk pijnpunt de oplossing voorstellen. Daarna doen we dezelfde wandeling met alle betrokkenen: bewoners, beleid, huisvestingsmaatschappij, wijkagent, ambtenaren technische dienst,….

Een laatste methodiek die we gebruiken is de klassieke ‘open bewonersvergadering’ met al dan niet de rechtstreeks betrokken eindeverantwoordelijken vanuit de SHM er bij. Op een bepaalde datum roepen we de bewoners van de wijk samen in de ontmoetingsruimte. Meestal delen we op voorhand al mee waarover de vergadering die dag zal gaan. Zo kunnen mensen zich al wat voorbereiden. Alle bewoners zijn welkom om mee te komen vergaderen.

Het grote instrument om iets met al deze participatie te doen, is bij ons de participatiecel. Die vindt om de 3 maanden plaats bij de Geelse Huisvesting. Dit is een vergadering waarop we met een aantal bewoners naar de Geelse Huisvesting gaan om gemeenschappelijke problemen te bespreken. Deze gemeenschappelijk problemen halen we uit de gangvergaderingen, wijkwandelingen, bewonersvergaderingen en het dagelijks contact met bewoners. Ik probeer bij de participatiecel telkens minstens 1 iemand uit iedere wijk mee te nemen, meestal zijn we met een zestal bewoners. Deze bewoners hoeven niet telkens dezelfde te zijn, maar we zitten toch wel met een kerngroep die bijna iedere keer meegaat. Op de participatiecel zijn ook telkens het hoofd van de technische dienst en het hoofd van de sociale dienst aanwezig. Wanneer wij hier om vragen, is de directrice ook aanwezig.

Met Geelse Huisvesting is het regelmatig aftoetsen waar we naartoe willen met de participatiecel. Soms is het nodig om een langere tijd rond een bepaald thema werken. Zo hebben we een tijd gewerkt rond collectieve verwarmingssystemen (CHM). Maar vaak zijn het ook kleinere dingen waar mensen van wakker liggen en die opgelost zijn door ze een keer samen door te spreken met de huisvestingsmaatschappij. Het hoeven dus zeker niet altijd zware thema’s en brainstormsessies te zijn.

De participatiecel wordt telkens op voorhand voorbereid door de bewoners. Het vraagt dus wel wat meer tijd dan enkel de vergadering met de Geelse Huisvesting. De bewoners beslissen in principe wat er op de agenda komt. Wij stellen deze op en sturen de punten twee weken voor de participatiecel door naar de Geelse Huisvesting. Het gebeurt ook wel dat de Geelse huisvesting een punt heeft dat ze graag met ons willen bespreken en dat zetten we dan ook op de agenda. Zo kregen we de vraag om samen eens na te denken over het systeem van de huurlasten.

Naast de participatiecel met Geelse Huisvesting hebben we een gelijkaardige participatiecel met de stad. Het idee is net hetzelfde. Deze is er gekomen omdat bewoners ook veel vragen hebben over dingen waar de Geelse Huisvesting geen bevoegdheden in heeft. Dat gaat dan bijvoorbeeld over wegeninfrastructuur. Daarom zitten we om de 4 maanden samen met Stad Geel om deze zaken op te volgen. Momenteel ligt dit overleg even stil, omdat de persoon die dit vanuit de stad deed van job is veranderd. Maar zodra er een opvolger is aangeduid, gaan we hier zeker mee verder.

Als laatste hebben we 2 keer per jaar een overlegplatform. Dit is een overleg tussen de bewoners, schepenen, Geelse Huisvesting en de wijkwerking. Daar zetten we dus iedereen samen. Op dit overlegplatform gaat het over grotere, overkoepelende thema’s. Zo zijn er door de stad Geel een tijdje geleden veiligheidscafés georganiseerd rond het veiligheidsgevoel in de wijken van Geel. De resultaten hiervan bespreken we dan tijdens het overlegplatform en we kijken wat we daar verder nog mee kunnen doen. Momenteel is dit overlegplatform ook aan het uitbreiden. De bedoeling is dat er verschillende thema’s rond wonen besproken kunnen worden. Het kan dan ook gaan over problemen op de private huurmarkt.

Ikzelf zit ook regelmatig samen met een van de bewoners, Bruno Daems (lid van de VIVAS-stuurgroep). Samen met hem werk ik wel eens aan langere dossiers. Zo heeft Bruno zich bijvoorbeeld vastgebeten in het dossier rond het CHM-systeem. Wij hebben er voor gezorgd dat meerdere bewoners hier hun mening over konden geven om zo een volledig beeld te krijgen. Dat was een grote samenwerking met Bruno, mensen uit de wijk en regelmatig de Geelse Huisvesting. Niet iedereen wilde altijd horen wat we te zeggen hadden. We zijn hier in totaal bijna twee jaar mee bezig geweest. De resultaten van dit rapport zijn we gaan voorstellen op de raad van bestuur van de Geelse Huisvesting. Hier is vanuit de Geelse Huisvesting duidelijk gehoor aan gegeven en de technische dienst heeft de opdracht gekregen om uit te zoeken hoe dit allemaal precies in elkaar zit.

Ik krijg het gevoel dat de Geelse Huisvesting erg open staat naar bewonersparticipatie toe?

Elien: Ja, op zich is dit wel het geval. Maar ik merk ook dat het heel belangrijk is hoe de relatie met de SHM is. Bij ons gaat dat ook met ups en downs. Soms lijkt het dat bepaalde punten die bewoners aanhalen banaal zijn. Maar dan is het aan ons om te kaderen dat ook kleine zaken voor grote frustraties kunnen zorgen. Het is kwestie van geven en nemen en wederzijds begrip voor elkaar opbrengen. Ik denk wel dat Geelse Huisvesting merkt dat ze voordelen halen uit het luisteren naar hun bewoners, ook al vraagt dat soms veel tijd.

Kan je een concreet voorbeeld geven van deze voordelen?

Elien: In ‘de Leunen’ is de Geelse Huisvesting begonnen met het renoveren van woningen. We hebben daar een heel traject opgestart rond de marktwaarde van woningen na renovaties. We deden dit vanuit het idee dat bewoners gewoon een goede, degelijke woning willen. Daar hoeven geen technische nieuwigheden aan te zitten als deze maken dat de marktwaarde van de woning, en daardoor ook de huur, stijgt.

We hebben toen een heel traject afgelegd waarbij de huurders mee in de jury mochten zitten om de architecten te kiezen. Dat was heel fijn om te doen. Wanneer de wedstrijd voor de architecten was uitgeschreven mochten de bewoners met die architecten in gesprek gaan om aan te geven wat zij belangrijk vonden aan een woning. Toen de ontwerpen aankwamen hebben we die samen bekeken. Dat vraagt natuurlijk wel zijn tijd en was niet makkelijk. Plannen lezen en de bijhorende architecten-taal is niet zo simpel, maar het was wel heel leuk om te doen. Dat heeft voor de Geelse Huisvesting ook wel wat tijd gevraagd, maar zij zien nu ook wel dat de bewoners meer het gevoel hebben dat ze mee mogen bepalen en beslissen. Het zijn voor de bewoners nu ook woningen van hen. Je merkt dat de mensen heel betrokken zijn geweest en heel veel informatie hebben gekregen. Ze hadden minder vragen en waren minder ongerust dan bijvoorbeeld de mensen die langs de wijk wonen. Dit viel heel erg op tijdens de vergadering in het voorjaar over de stand van zaken. Je zag dat er veel meer weerstand en vragen waren bij de omwonenden dan bij de bewoners uit de wijk zelf. We vermoeden dat dat komt omdat die mee betrokken zijn geweest.

Binnenkort krijgt dit project een vervolg. De plannen van de eerste fase komen terug van bij de VMSW. Dat zullen gezinswoningen zijn, dus gaan we met de gezinnen die vermoedelijk naar die woningen gaan verhuizen nog eens terug kijken naar die plannen en naar hoe alles zit.

Als je naar de toekomst kijkt, waar wil je dan naartoe met de bewonersparticipatie?

Elien: Ik vermoed dat we meer en meer themagericht vrijwilligers zullen gaan zoeken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de huidige vrijwilligers zeker mogen blijven participeren. Maar als je kijkt naar hoe de vrijwilligersmaatschappij evolueert, zie je dat mensen meer en meer willen inspelen op de dingen die hen interesseren en daarom niet altijd op het grotere geheel. We deden dit bijvoorbeeld al tijdens het project rond CHM en dat werkte erg goed.

Verder willen we vooral verder doen zoals we bezig zijn en onze verschillende kanalen behouden. Het is fijn om zowel met de Geelse Huisvesting als met Stad Geel rond tafel te kunnen zitten. Deze banden moeten we goed onderhouden, zodat bewonersparticipatie in Geel op de kaart blijft staan. Ik zou hier zelf heel graag nog een stapje verder in gaan. Momenteel ben ik de stem van de bewoners in de Woonraad van Geel, maar ik zou het veel sterker vinden om hierin een aantal huurders uit private of sociale huur mee te kunnen nemen.

Bedankt voor het boeiende gesprek. Wij wensen jullie veel succes met alle toekomstplannen en het voortzetten van de Geelse participatie.