In gesprek met de Vlaamse minister voor wonen Melissa Depraetere

Gepost op 2025-03-31

Melissa Depraetere (Vooruit) is nu al enkele maanden de minister voor wonen. Ze geeft in dit interview zelf tekst en uitleg over het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. Wat staat huurders de komende jaren te wachten?

Melissa Depraetere

Openingsvraagje om te weten wie Melissa Depraetere precies is: wat zouden de vijf trefwoorden zijn mocht je een vraag in De slimste mens ter wereld zijn?
Minister van wonen, sociaal (of socialist), koopkracht, tegen onrechtvaardigheid, en zeker ook belangrijk: de Chiro.

Hoe waren je eerste maanden als minister? Geschrokken van de vele uitdagingen op de huurmarkt?
Het was heel druk. Je krijgt meteen heel veel dossiers op je bord voorgeschoteld en je wil natuurlijk zo snel mogelijk beginnen om van alles op te lossen. Maar goed, ondertussen zijn onze beleidsplannen opgemaakt en liggen onze prioriteiten vast. Het thema wonen was nieuw voor mij, maar voordien focuste ik me in het federale parlement op consumentenbescherming, wat toch raakpunten met huren heeft. Ik groeide op in een kleine stad, en veel van mijn vrienden zijn in Gent blijven plakken en zijn ondertussen op zoek naar een koopwoning, maar toch ook steeds vaker naar iets om te huren. Daar is het, zoals in andere grote steden, allesbehalve evident om een betaalbare huurwoning te vinden. Zeker als er soms dertig kandidaten voor één enkel huurappartement staan aan te schuiven, wat de druk nog groter maakt.

Zijn er plannen om die huurmarkt betaalbaar en kwaliteitsvol te maken?
Ja, maar ik wil jewel meegeven dat we op de drie fronten gaan werken, omdat die elkaar toch beïnvloeden: sociaal wonen, huren en kopen.Als we bijvoorbeeld veel meer socialewoningen gaan bouwen, zal dit ongetwijfeld druk wegnemen van de private huurmarkt.

 

Verhuur- en indexatieverbod voor slechte woningen

Wat we specifiek de komende jaren voor de huurder gaan doen, en wat al door de vorige regering was ingesteld, is een verhuur verbod vanaf 2030 voor energieverslindende woningen met E- en F-label. Die zorgen niet alleen voor heel dure energiefacturen, maar hebben ook een impact op de gezondheid van de bewoners omdat ze tegelijk vaak met vochtproblemen kampen. We gaan zelfs nog een stapje verder. Vanaf 2028 zal de huurprijs van dergelijke woningen niet langer mogen worden geïndexeerd. Dat zal een invloed hebbenop de koopkracht van de huurder, maar hopelijk de verhuurder ook stimuleren om toch de nodige investeringen in zijn huurwoning te doen, wat moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het huurwoningenbestand.

Riskeren we geen huurprijsverhogingen als de verhuurder investeringen opgelegd krijgt?
Op langere termijn misschien wel, daar moeten we eerlijk in zijn. De verhuurder kan de huurprijs wel niet zomaar eenzijdig optrekken. Maar het is belangrijk dat die woningen beter worden en dat de energiefactuur zakt. Tegelijk zal de verhuurder de waarde van zijn pand zien stijgen. En vooral, die slechte woningen moeten er vanaf 2030 gewoon uit.

Steeds meer steden en gemeenten verplichten het conformiteitsattest voor huurwoningen. Zal dat ook op Vlaams niveau gebeuren?
Dat is inderdaad de bedoeling. Naast koopkracht van de huurder en de betaalbaarheid van de woning, is de kwaliteit minstens even belangrijk. Je leeft per slot van rekening in de woning. Een goede, gezonde woning is de start van alles. Vandaar dat op termijn het conformiteitsattest in heel Vlaanderen wordt verplicht. De kwaliteit moet overal dezelfde zijn en mag niet afhangen van de gemeente waar je huurt. Dat dossier is nu in volle voorbereiding. We zullen deze legislatuur alles beslissen zodat dit bij de volgende legislatuur in werking kan treden.

Dan zullen veel verhuurders moeten beginnen renoveren?£
Klopt. We willen hen hierin echt stimuleren, ook met heuse masterplannen voor appartementsgebouwen. Ik wil niet veralgemenen, maar het is ergens wel logisch dat als iemand die zijn eigen woning bewoont en een tweede verhuurt, het extra geld dat hij heeft, liever in zijn eigen woning stopt. Maar wie verhuurt, zal ook zijn deel moeten doen. We willen hen echt aanzetten om ook in de verhuurde woning te investeren.

Een Gentse studie toonde onlangs aan dat niet enkel kandidaathuurders met een migratieachtergrond worden geweerd, maar ook mensen met een fysieke beperking. Waarom zijn er geen praktijktesten op de huurmarkt voorzien, en wel op de arbeidsmarkt?
Persoonlijk ben ik voorstander van praktijktesten. Ze hebben effect, al is het alleen al om te sensibiliseren. Het laat je er toch bij stilstaan dat veel mensen nood hebben aan een woning en dat er helaas nog altijd wordt gediscrimineerd. Maar het heeft jammer genoeg het regeerakkoord niet gehaald. Wel voor de arbeidsmarkt, waar de werkgevers professionele organisaties zijn, wat bij veel private verhuurders niet het geval is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we ook andere maatregelen zullen nemen.

 

Aanpassingen in de huurreglementering

Het woninghuurdecreet werd de afgelopen periode grondig geëvalueerd. Staan er op korte termijn aanpassingen gepland?
In elk geval niet eerstdaags. We maken wel de oefening om in één keer grondige aanpassingen door te voeren, ook al is dat dan in een later stadium. Het staat dus op de agenda. Ik denk hierbij meteen ook aan een Vlaamse registratiedatabank, zodat we ervoor kunnen zorgen dat huurders automatisch bepaalde tegemoetkomingen toegekend krijgen waar ze recht op hebben, zonder dat ze hiervoor zelf eerst ingewikkelde procedures moeten doorworstelen. Schoolvoorbeeld is de vermindering van de onroerende voorheffing, waar velen zelfs niet van het bestaan op de hoogte zijn en op die manier veel geld mislopen, geld dat ze best wel zouden kunnen gebruiken. Ook de huurwaarborglening bij het Vlaams woningfonds wordt iets laagdrempeliger, in die zin dat we de afbetalingstijd verlengen van 24 naar 36 maanden. En ook in de budgethuur zien we nog mogelijkheden om betaalbare woningen te voorzien.

Een harde werkelijkheid. In Vlaanderen zijn er ongeveer 20.000 mensen zonder een thuis, van wie een derde kinderen.
Ook hier gaat onze bekommernis naar uit, maar ik kan jammer genoeg niet beloven dat we het probleem volledig zullen kunnen oplossen. De groep is te groot en erg divers. Het gaat niet enkel om mensen met een psychische problematiek maar ook bijvoorbeeld om jonge gezinnen die telkens voor enkele nachten van het ene naar het andere familielid trekken. Ik ga hierin ook samenwerken met collega Caroline Gennez die bevoegd is voor welzijn, waar er toch enkele linken zijn. Op Housing First is de voorbije jaren fors ingezet. En ook de gerechtelijke uithuiszettingsprocedure moet een stuk menselijker. Zo zorgden we er al voor dat de deurwaarder niet langer de schoollaptop uit de slaapkamer van de kinderen kan halen, wat erg traumatiserend was.

 

Dringend meer sociale woningen gevraagd

Laten we het hebben over de sociale huurmarkt. Hoeveel sociale woningen komen erbij?
We kunnen daar vandaag moeilijk een exact aantal op kleven, het gaat wel richting tienduizenden. We hebben er een historisch bedrag voor uitgetrokken, zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. Daarnaast zorgen we ook voor nieuwe regels zodat elke gemeente haar deel doet. Zo komt er een nieuw bindend sociaal objectief waarmee de lokale besturen rekening zullen moeten houden om een minimaal aantal sociale woningen op hun grondgebied te voorzien en waarin we hen trouwens zullen bijstaan. Er zijn nog altijd hardleerse gemeentebesturen die weigeren om extra aanbod te voorzien. Die gaan we beboeten, en dat bedrag zal rechtstreeks gaan naar de mensen die op de wachtlijst staan voor een sociale woning.

Je bedoelt de huurpremie?
Inderdaad. Ik denk dat dit maar rechtvaardig is, en meteen ook een manier om ervoor te zorgen dat ons aanbod van sociale woningen echt omhooggaat.

Sociale huur is, zowel voor zittende huurder als voor kandidaathuurders, strenger geworden. Blijft dit zo of krijgen we een ommezwaai?
Een combinatie van beide. We gaan in elk geval niet alles overboord gooien. Er zijn de laatste tijd regels bijgekomen die ik persoonlijk nuttig vind. Maar de focus van de woonmaatschappijen gaat opnieuw naar hun kerntaak: het bouwen en renoveren van woningen en het begeleiden van huurders waar nodig. De afgelopen jaren hebben ze zich te veel moeten bezighouden met de verplichte fusies en het invullen van de nieuwe toewijzingsregels. Het is niet mijn bedoeling om daar nog eens een hele set nieuwe regels aan toe te voegen. Nu moet er vooral veel aanbod komen.

Maar als je hint op de taalvoorwaarde, het verplicht Nederlands leren, dat vind ik wel nuttig. Zo niet riskeer je dat het draagvlak voor sociale woonwijken verkleint. Kennis van de taal bevordert de integratie en vormt de hefboom voor een beter leven in de samenleving. Hetzelfde geldt voor het hebben van werk. Het te volgen traject bij de VDAB blijft overeind en wordt zelfs een stukje strenger. We moeten de mensen wel eerst wat ademruimte geven. Ik vind het trouwens mijn taak als minister om het draagvlak voor de sociale huur opnieuw te vergroten. Op dat vlak komt er wel een trendbreuk: die beeldvorming moet veranderen.

 

Strenge toewijzingsregels blijven overeind

Blijft lokale woonbinding overeind in de toewijzing?
We breiden die uit. Er komt ook voorrang voor mensen die in een bepaalde gemeente werken. Om het nog even over werk te hebben. Als je dan een job vindt, maar de werkplek bevindt zich twee gemeenten verder, moet je er ook kunnen geraken. Lang niet iedereen heeft een wagen voor de deur staan. Dan komt het erop neer dat je in de buurt kan wonen. Ook sociaal.

Je was nog maar net minister of de Raad van State vernietigde de verstrengde eigendomsvoorwaarde. Je mag geen volledige woning in eigen bezit hebben om sociale huurder te blijven. Maar ook als je maar een stukje eigendom erfde, werd je sociale huurder af, tenzij je je ervan ontdeed. Dat laatste werd dus vernietigd. Ook jij noemde dat een pestmaatregel.
Mensen die een vierde van de ouderlijke woonst erven, kunnen niet meteen zelf in hun eigen woonbehoefte voorzien, wat net de bedoeling van de sociale huur is. Dat vond ik dus een onrechtvaardige maatregel. Ik ben blij dat de Raad van State ons verplicht om met iets anders over de brug te komen. We zijn daar volop mee bezig, en voor mij is het wel belangrijk dat die mensen niet op straat terechtkomen. De middelentoets daarentegen blijft wel behouden.

Kort gezegd voor onze lezers: de middelen- of vermogenstoets betekent dat je als kandidaat geen te grote spaarboek mag hebben. Indien van wel, krijg je geen sociale woning.
Inderdaad. Ik snap ook heus wel dat dit in sommige gevallen tot onbedoelde situaties kan leiden, maar ergens moeten we de grens durven trekken. En ik vind het niet kunnen dat dit enkel geldt in de sociale huur. Vandaar dat ik heb voorgesteld om die toets ook in te voeren voor mensen die een renovatiepremie willen. We zien CEO’s met nochtans meer dan voldoende middelen, zichzelf een klein loon uitkeren om zo toch steun te kunnen trekken. Als we streng zijn, moeten we streng zijn voor iedereen.

Een vraag om af te ronden. Onder andere door de besparingen in het verleden kunnen de huurdersbonden de vraag naar professioneel huuradvies amper bijbenen. Hoe sta jij hier tegenover?
Eerst en vooral vind ik dat de huurdersbonden fantastisch werk leveren en dat het belangrijk is dat ze blijven bestaan. Ik merk zelf ook in mijn mailbox hoeveel huurders met vragen zitten en niet goed weten waar ze ermee naartoe moeten. Huurders bevinden zich tegenover hun verhuurder soms in een kwetsbare positie. Dan is het belangrijk dat daar een organisatie zoals jullie tussen zit om hen advies en informatie te geven. Chapeau dus!

 


Wil je meer weten over de recente ontwikkelingen op de huurmarkt?
Dit interview is gepubliceerd in het Huurdersblad.
Lees het huurdersblad hier gratis en ontdek meer over de syndicus, Woonzaak, de wederverhuringsvergoeding, etc.