De visie van PVDA op ons woonbeleid

Gepost op 2019-04-14

Wij stelden de verschillende politieke partijen 5 vragen over de toekomst van ons woonbeleid. Lees hieronder het antwoord van PVDA. Klik hier als je ook de antwoorden van CD&V, Groen, N-VA, Open VLD, SP.A en Vlaams Belang wil kennen.

 

De toegang tot de private huurmarkt is erg moeilijk. Er zijn te weinig kwaliteitsvolle en betaalbare huurwoningen. Tegelijk is er heel wat discriminatie en negatieve selectie. Daarenboven werd de huurwaarborg verhoogd. Hoe wil uw partij de toegang tot de private huurmarkt bevorderen?

Om de toegang tot de private huurmarkt te garanderen voor iedereen is er in de eerste plaats een verhoging van het aanbod betaalbare huurwoningen nodig. Hiervoor kunnen we niet rekenen op de private vastgoedmarkt. De overheid moet er zelf in investeren. We willen stedelijke wooncoöperaties opzetten die betaalbare en duurzame woningen bouwen en beheren. De Vlaamse regering moet die ondersteunen met renteloze leningen.

Daarnaast willen we de huurprijzen op de privémarkt plafonneren (zie vraag 2). De PVDA legde in het Brussels Parlement al een wetsvoorstel voor een huurraster neer, maar dat werd door de meerderheidspartijen steevast afgehouden.

We schroeven de huurwaarborg terug van drie naar twee maand huur. We versoepelen de criteria om aanspraak te kunnen maken op een huurwaarborglening bij het Vlaams Woningfonds.

We binden de strijd aan tegen leegstand. Bij leegstand van langer dan drie jaar nemen stedelijke wooncoöperaties de  woning  voor  negen  jaar  in  eigendom  en  knappen ze op.  Zij  verdienen  de  investering  via  de  verhuur  als  betaalbare/sociale  woning  terug.
De PVDA is voorstander van praktijktesten tegen discriminatie. In Gent hebben die hun waarde al bewezen. We koppelen ook straffen aan de testen voor wie hardnekkig blijft discrimineren. De toegang moet voor iedereen gelijk zijn.

 

Op de private huurmarkt betalen veel huurders zich blauw aan woningen en appartementen van slechte kwaliteit. 30% van alle huurders houdt na het betalen van zijn huur te weinig over om menswaardig te leven. Hoe wil uw partij de private huurmarkt kwaliteitsvoller en betaalbaarder maken?

De beste garantie op een betaalbaar huuraanbod zijn investeringen door de overheid zelf. Dit moet gerealiseerd worden door stedelijke wooncoöperaties (zie vraag 1).

PVDA pleit voor een plafonnering van de huurprijzen via een Vlaams huurprijzen raster, gebaseerd op het gemiddeld inkomen en kwaliteit, energiezuinigheid, comfort, ligging en aantal kamers, met herziening van de huurwaarborg naar 2 maand.
Dit gekoppeld aan een woonkeuringslabel, net zoals het auto-keuringsbewijs, wat garandeert dat alle verhuurde woningen voldoen aan de kwaliteitseisen van de Vlaamse Wooncode. Ook nemen we geluidskwaliteit en fijn stof mee op in deze kwaliteitseisen.

Speculatieve leegstand wordt streng verbaliseerd en noodwendige milieu- en kwaliteitsrenovaties voor kleine eigenaars worden gedragen door een openbare investeringsbank vanuit de RedGreen Deal.

Private nieuwbouwprojecten op publieke gronden lopen via erfpacht, zodat de kostprijs daalt en steden en gemeenten invloed hebben naar afdwingbare betaalbare woningen.

 

Momenteel hebben we in Vlaanderen 155.000 sociale woningen. Dat is 6,5 % van het totaal Vlaamse woningen Er staan ondertussen 135.000 mensen op de wachtlijst. Wil uw partij een ambitieuzere groei van het aandeel sociale woningen ?

Het Vlaamse gewest moet volop investeren in de bouw en de renovatie van sociale woningen. Er moet een masterplan komen zodat we tegen 2030 al een ruimer aanbod hebben. We geven de grote centrumsteden prioriteit. Daar is de vraag het grootst. Op elf jaar tijd gaan we naar 20% sociale huisvesting in elke centrumstad . Dat is ambitieus, maar haalbaar. Voor de andere gemeenten leggen we de lat op 10% sociale woningen.

Daarvoor rekenen we ook op de projectontwikkelaars. In elk nieuw vastgoedproject waar minstens 17 woningen worden gebouwd, moet een derde uit sociale woningen bestaan. De nodige renovaties en de woningen energie duurzaam maken tegen 2030, kunnen gefinancierd worden via een publieke Toekomstbank en uitgevoerd worden door de stedelijke wooncoöperaties. We stoppen met de verkoop van publieke gronden en eigendommen. Via voorkooprecht en erfpacht verwerven we meer controle op de gronden. Uit Europees onderzoek blijkt dat iedere investering in publieke huisvesting op 2,3 jaar terugverdiend is en de beste dam tegen armoede is. Waarop wachten we?

 

Er is algemene consensus onder academici dat de woonbonus niet werkt. Het systeem drijft de prijzen op en verdeelt van arm naar rijker. Is uw partij bereid om de middelen van de woonbonus te heroriënteren naar waar het echt nodig is, namelijk de sociale en private huurmarkt?

Wij pleiten inderdaad voor de herziening van de woonbonus. 84% van de woonsubsidies gaat naar de eigenaars tegenover een 14% naar sociale huisvesting en slechts een 2% naar de private huurmarkt. Zo’n scheeftrekking bestaat in geen enkel ander land in Europa. Bovendien profiteren de hoogste inkomens het meeste van de woonbonus, terwijl de 10 % rijkste Belgen samen al twee derde van alle woningen, bouwgronden, studentenkoten, handelspanden en kantoorgebouwen bezitten.

Wij willen de middelen van de woonbonus herverdelen naar de 60% laagste inkomens. De vrijgekomen middelen investeren we in publieke huisvesting en een ambitieus renovatiebeleid.

 

Wat is volgens uw partij de grootste woonuitdaging voor de volgende regering?

De grootste uitdaging is om in het woonbeleid de omslag te maken van de afhankelijkheid van een vastgoedmarkt die soms veel weg lijkt te hebben van de Far West naar een garantie van het recht op wonen.

De volgende regering moet daarom afstappen van het huidige model, dat volledig geënt is op de private markt. En zelf een actiever speler worden. Om het aantal sociale woningen fors op te trekken, om betaalbaar wonen te garanderen, om de kwaliteit van woningen te verzekeren en de prijzen te plafonneren.

 

Lees hier ook de antwoorden van CD&V, Groen, N-VA, Open VLD, SP.A en Vlaams Belang.