De vermindering van de onroerende voorheffing. Wat is er nieuw?
Gepost op 2023-03-01Ook huurders hebben in sommige situaties recht op de vermindering van de onroerende voorheffing. Opgepast, je moet deze vermindering als huurder zélf aanvragen, maar het loont de moeite. Sinds 1 januari 2023 kunnen mensen in co-ouderschap de vermindering van de onroerende voorheffing ook onder hen beiden verdelen.
Wat is de vermindering van de onroerende voorheffing?
Op het bezit van een woning of onroerend goed betaalt de eigenaar een belasting: de onroerende voorheffing. Voor bepaalde gezinnen geldt een vermindering op deze voorheffing:
- gezinnen met twee of meer kinderen
- gezinnen met één of meer gezinsleden met een handicap.
Eigenaars die aan de voorwaarden voldoen, krijgen de vermindering automatisch. Huurders moeten deze vermindering zelf aanvragen. Belangrijk dit niet te vergeten, want het kan je jaarlijks een mooi bedrag opleveren.
Hoeveel bedraagt de onroerende voorheffing?
Hoeveel de vermindering precies bedraagt, hangt af van de plaats van domicilie. Het Vlaams gewest, de provincie en de gemeente innen ieder een deel van de onroerende voorheffing, en het tarief verschilt van gemeente tot gemeente. De gewestelijke basisvermindering voor de kinderlast bedraagt 8 euro, maar wordt verhoogd met een provinciaal en een gemeentelijk deel, waardoor het totale voordeel kan variëren, maar jaarlijks meer dan 100 euro kan opleveren.
Wie komt in aanmerking?
Gezinnen met twee of meer kinderen komen in aanmerking voor vermindering van de onroerende voorheffing als op 1 januari van het aanslagjaar minstens twee kinderen op dat adres gedomicilieerd zijn binnen hetzelfde gezin die recht hebben op gezinsbijslag.
Voor kinderen met een handicap wordt de vermindering verdubbeld als de handicap van het kind erkend is en blijkt uit een attest:
- afgeleverd door Kind & Gezin (vanaf 01/01/2019), waaruit blijkt dat het kind in totaal minstens 6 punten heeft op de medisch-sociale schaal, of minstens 4 punten in de eerste pijler.
- afgeleverd door de FOD Sociale Zaken (tot 31/12/2018), waaruit blijkt dat het kind in totaal minstens 6 punten heeft op de medisch-sociale schaal, of een invaliditeit van minstens 66%.
Gezinnen met één of meer gezinsleden met een handicap komen in aanmerking voor vermindering van de onroerende voorheffing als op 1 januari van het aanslagjaar aan volgende voorwaarden wordt voldaan.
- Een persoon met een handicap zijn officiële woonplaats heeft volgens het bevolkingsregister.
- De handicap moet vastgesteld zijn voor de leeftijd van 65 jaar.
- De handicap heeft een van volgende drie categorieën als gevolg:
- een invaliditeit van minstens 66 %.
- een vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder.
- een vermindering van de zelfredzaamheid van minimaal 9 punten. Voor een kind volstaat het dat het in aanmerking komt voor de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Dat is het geval als in de gezinsbijslagregeling 6 punten in de 3 pijlers samen behaald worden of 4 punten behaald worden in de eerste pijler.
De vermindering wordt afgetrokken op het aanslagbiljet van de woning waar de kinderen of de persoon met een handicap gedomicilieerd zijn.
Hoe kan je de vermindering aanvragen?
De Vlaamse belastingdienst krijgt voor eigenaars van woningen automatisch de gegevens over de gezinsbijslag voor de kinderen en de handicap van de bewoners.
Huurders moeten een aanvraag voor de vermindering indienen. Ze moeten dit één keer doen. Daarna wordt elk jaar automatisch bekeken of de vermindering nog verder toegekend kan worden, ook voor het nieuwe adres als de huurder zou verhuizen.
De aanvraag kan de huurder doen aan de hand van het meldingsformulier voor huurders op deze pagina.
Omdat de huurder zelf geen onroerende voorheffing betaalt, zal de vermindering afgetrokken worden op het aanslagbiljet van de verhuurder.
Omdat het wel de huurder is die recht heeft op de vermindering, moet de verhuurder het bedrag doorstorten aan de huurder of één keer per jaar verrekenen met de huurprijs. Zowel de verhuurder als de huurder ontvangen een brief indien de vermindering wordt toegekend en hoeveel die bedraagt.
Voor de komende jaren krijgt de verhuurder de vermindering van de huurder automatisch toegekend, en wordt de huurder telkens op de hoogte gebracht van het bedrag van de vermindering.
Ook als de huurder de woning in de loop van het jaar heeft verlaten, blijft hij recht hebben op de vermindering voor dat jaar. Het is de huurder die op 1 januari van het aanslagjaar de woning bewoonde, die recht heeft op de vermindering, als hij aan alle voorwaarden voldoet. De eigenaar moet het bedrag van de verkregen vermindering dan doorstorten aan de voormalige huurder.
Weigert de verhuurder het bedrag te betalen of te verrekenen met de huur? Dan moet de huurder een aangetekende brief aan de verhuurder zenden om dit te vragen. Weigert de verhuurder dan nog steeds, dan mag de huurder het bedrag afhouden van de huurprijs.
Wanneer de huurder reeds in aanmerking kwam voor de vermindering, maar die nooit heeft aangevraagd, kan de huurder via een bezwaarschrift de vermindering tot vijf jaar terug nog aanvragen, via een aanvraag voor ambtshalve ontheffing. Dit kan ook als de huurder intussen is verhuisd, dan moet de voorgaande verhuurder het bedrag van de vermindering doorstorten. Je vindt alle info op deze pagina.
Wie in een sociale huurwoning woont en recht heeft op de vermindering, kan zijn sociale verhuurder aanspreken. Normaal zorgt deze er voor dat u de mindering onroerende voorheffing ontvangt.
Co-ouderschap
De verdeling van de vermindering van de onroerende voorheffing onder ex-partners die niet meer samenwonen en wiens kinderen afwisselend verblijven bij een van beide ouders(co-ouderschap), is mogelijk sinds 1 januari 2023. Dit kan als beide ouders akkoord gaan om de vermindering onder elkaar te verdelen. Is er geen akkoord, kan alleen de ouder bij wie de kinderen gedomicilieerd zijn de vermindering bekomen.
Co-ouders kunnen:
- Ofwel zelf onderling de verdeling van de vermindering regelen, nadat ze toegekend is op het aanslagbiljet van de woning waar de kinderen gedomicilieerd zijn.
- Ofwel, en dit is nieuw, aan de Vlaamse Belastingdienst vragen om de vermindering proportioneel te verdelen over beide ex-partners. Een proportionele verdeling over co-ouders door de Vlaamse Belastingdienst kan vanaf aanslagjaar 2023 en alleen als de co-ouders beiden in het Vlaams Gewest wonen.
- Ook bij co-ouderschap blijft de voorwaarde bestaan dat er minstens twee kinderen op het adres van de woning gedomicilieerd moeten zijn.
Aanvragen doe je via het aanvraagformulier waarbij de nodige bewijsstukken van het co-ouderschap moeten worden gevoegd, zoals een vonnis van de rechtbank of een ondertekende overeenkomst tussen de ouders.
Je moet die verdeling aanvragen voor 31 maart. Dien je de aanvraag pas nadien in, dan zal die pas effect hebben vanaf het volgende aanslagjaar.
Opgelet, ook bij co-ouderschap blijven de basisvoorwaarden voor het verkrijgen van de belastingvermindering van toepassing: er moeten twee of meer kinderen gedomicilieerd zijn op hetzelfde adres.