Huurprijzen bleven ook in 2020 verder stijgen
Gepost op 2021-06-14Corona zette de wereld op zijn kop, maar op de stijging van de huurprijzen kreeg het virus geen vat. Na analyse van de cijfergegevens van de huurdersbonden, blijkt dat de gemiddelde huurprijs in 2020 steeg tot 644 euro. In 2019 was dat nog 626 euro. Dat is een stijging van 2% bovenop de stijging van de gezondheidsindex.
Na analyse van zowat 16.000 dossiers van mensen die bij de huurdersbonden advies vroegen in 2020, blijken de huurprijzen opnieuw gestegen tegenover voorgaande jaren. Dat het coronavirus niet meteen vat krijgt op de huurprijzen viel te verwachten. Heel wat contracten lopen namelijk gewoon verder en konden enkel geïndexeerd worden. Dat betekent dus dat de huurprijzen van nieuwe woningen en appartementen wel opnieuw een stuk hoger kwamen te liggen. Dat leidt tot uiteindelijk tot een gemiddelde huurprijsstijging van bijna 3% over alle huurcontracten heen. Het is duidelijk dat de betaalbaarheid voor huurders dus verder onder druk komt. Wanneer de huurprijzen sneller stijgen dan de inflatie, dan neemt de huur een steeds grotere hap uit het huishoudbudget. Er wordt in deze cijfers geen rekening gehouden met een eventuele evolutie van de gemiddelde woningkwaliteit.
Onder het algemene beeld van de stijgende huurprijzen, gaan veel meer bewegingen schuil. We zien grote schommelingen in de huurprijzen per huurdersbond en in het type huurwoning. Daarenboven kunnen we nagaan of de laagste huurprijzen het meest stijgen of niet.
Huurprijzen per huurdersbond en per type woning
De huurprijs van de mensen die bij de huurdersbond langskwamen blijft het hoogst in Vlaams-Brabant met gemiddeld 687,65 euro. Huurdersbond Oost-Vlaanderen volgt echter op de voet met 677,29 euro. Daarna volgen Antwerpen (652,45 euro), steunpunt Turnhout (637,52 euro), Huurderssyndicaat Limburg (618,47 euro) en steunpunt Waasland (616,89 euro). Zoals steeds blijft het gemiddelde het laagst in West-Vlaanderen met 610,37 euro.
Huurdersbonden | Gemiddelde huurprijs 2020 |
---|---|
HB Antwerpen | €652,45 |
HB Oost-Vlaanderen | €677,29 |
HB West-Vlaanderen | €610,37 |
HB Vlaams-Brabant | €687,65 |
HS Limburg | €618,47 |
Stpt Waasland | €616,89 |
Stpt Turnhout | €637,52 |
Alle Huurdersbonden | €644 |
Tussen 2019 en 2020 wordt opnieuw elk type huurwoning duurder. Niet verwonderlijk is gemiddeld gezien de open bebouwing het duurst en de studio het goedkoopst. De halfopen bebouwingen zijn procentueel het meest gestegen met 5,87%, gevolgd door de open bebouwing met 3,26%, rijwoningen met 3,09%, appartementen met 2,01% en de studio’s met 1,12%. De huurprijzen van individuele woningen stijgen dus sterker dan die van de meergezinswoningen.
Alle huurdersbonden | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Appartement | 581,09 | 594,94 | 606,31 | 616,55 | 628,94 |
Halfopen bebouwing | 663,64 | 683,6 | 688,55 | 710,03 | 751,68 |
Open bebouwing | 748,28 | 774,96 | 785,82 | 794,69 | 820,62 |
Rijwoning | 617,3 | 632,88 | 648,43 | 665,83 | 686,41 |
Studio | 423,56 | 435,87 | 443,1 | 452,84 | 457,93 |
Welke huurprijzen stijgen het meest?
Als we de huurprijzen onderverdelen in quintielen, dan weten we dat 20% van de huurprijzen onder de 420 euro ligt. 40 % van de huurprijzen ligt onder de 550 euro. 60% van de huurprijzen onder de 630 euro en 80% onder de 710 euro.
We kunnen ook zien dat de stijging voor elke 20% (van het laagste tot het hoogste quintiel) over de laatste vijf jaar min of meer gelijkaardig is. Ze liggen allemaal hoger dan de stijging van de gezondheidsindex. Het tweede quintiel stijgt met 10% het meest over die 5 jaar heen bekeken, gevolgd door het derde quintiel (+9,57%) en het vierde quintiel met (+9,23%). Daarna volgen het vijfde quintiel (+8%) en het eerste quintiel (+7,69%).
Quintielen 2020 | Q1 | Q2 | Q3 | Q4 | Q5 |
---|---|---|---|---|---|
HB Antwerpen | 445 | 550 | 630 | 700 | 875 |
HB Oost- Vlaanderen | 446,21 | 583,29 | 650 | 750 | 920 |
HB West- Vlaanderen | 405 | 525 | 600 | 675 | 814 |
HS Limburg | 400 | 550 | 624,3 | 700 | 803 |
HB Vlaams- Brabant | 420 | 565,75 | 670 | 760 | 950 |
Steunpunt Waasland | 400 | 550 | 620,99 | 699 | 807 |
Steunpunt Turnhout | 406,23 | 550 | 625 | 700 | 850 |
Alle huurdersbonden | 420 | 550 | 630 | 710 | 864 |
Oplossingen
Ondanks het feit dat de cijfers met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden, stellen we vast dat de betaalbaarheid op de private huurmarkt een groot probleem is en blijft. We houden in onze analyse dan nog niet eens rekening met andere woonkosten zoals nutsvoorzieningen en kosten die met de gemeenschappelijke delen van appartementen te maken hebben.
Om de betaalbaarheid op de private huurmarkt te verzekeren, moet er nu eindelijk werk gemaakt worden van een huurtoelage die toegankelijk is voor mensen met betaalbaarheidsproblemen. Daarnaast moeten verhuurders overtuigd worden om aan een betaalbare huurprijs te verhuren. Dat kan via tussenkomst van een sociaal verhuurkantoren, maar ook het geconventioneerd verhuren zou ingang moeten vinden. Dat zijn twee systemen waarin verhuurders bepaalde voordelen krijgen wanneer ze verhuren aan mensen die zich in een kwetsbare woonpositie bevinden.
Tot slot weten we dat veel van deze private huurders recht hebben op een sociale woning, maar op de ellenlange wachtlijst staan. Een stevige uitbreiding van het sociaal woonaanbod kan niet langer op zich laten wachten.