Raad van State vernietigt verstrengde eigendomsvoorwaarde in de sociale huur
Gepost op 2024-10-07Na een procedure van vijf jaar vernietigt de Raad van State de verstrengde eigendomsvoorwaarde die in 2019 werd ingevoerd op de sociale huurmarkt. De Raad van State besliste dat een oplossing gevonden moet worden tegen uiterlijk eind 2025.
Wat is de verstrengde eigendomsvoorwaarde?
Vroeger mocht je als (kandidaat-) sociale huurder geen woning volledig in volle eigendom of vruchtgebruik hebben. In 2019 werd deze voorwaarde verstrengd. Ook een woning die de sociale huurder gedeeltelijk in volle eigendom of vruchtgebruik verwerft, werd niet meer toegelaten. Sociale huurders moeten elk deel eigendom, ook als is dit slechts een klein deel dat ze bijvoorbeeld als één van vele erfgenamen verwerven, binnen het jaar opnieuw verkopen of wegschenken. Als ze daar niet in slagen, worden ze opgezegd. Ook kandidaten op de wachtlijst voor een sociale woning mogen geen deeltje van een volle eigendom bezitten.
Waarom gingen wij niet akkoord met de verstrenging?
Het Vlaams Huurdersplatform vindt het logisch dat wie een volledige woning of bouwgrond helemaal bezit, in staat is om zelf in de woonbehoefte te voorzien en dus geen nood heeft aan een sociale woning. Tegelijk stelden we vast dat (kandidaat-) sociale huurders met een stukje gedeelde eigendom wel nog steeds woonbehoeftig kunnen zijn. Het is niet omdat je bijvoorbeeld één achtste van een woning erft, dat je plots geen woonbehoefte meer hebt. Daarenboven is het niet zo evident, en kost het vaak heel wat centen, om van dat stukje eigendom af te raken, binnen de termijn van een jaar. Deze mensen uitsluiten van de sociale huur voelde dus heel onrechtvaardig.
We kregen geen gehoor bij de toenmalige beleidsmakers, dus restte ons niets anders dan de verstrenging voor te leggen bij de Raad van State.
Wat besliste de Raad van State?
De Raad van State gaf het Vlaams Huurdersplatform gelijk en stelde dat de maatregel het gelijkheidsbeginsel schendt.
De sociale huurder die beschikt over het volledige recht op een woning en dit dus kan aanwenden voor de eigen woonbehoefte, is niet gelijk aan de sociale huurder die beschikt over een gedeeltelijk recht. Deze laatste kan niet alleen beslissen om de eigendom aan te wenden voor de eigen woonbehoefte, maar hangt af van anderen. Daarenboven is het niet gezegd dat die gedeelde eigendom een betekenisvolle waarde vertegenwoordigt en is het ook niet evident om dat deeltje eigendom om te zetten in centen.
De Raad van State haalt ook aan dat het niet consequent is om elk deeltje eigendom te verbieden, los van de waarde ervan, maar anderzijds wel een verbod op teveel spaargelden in te voeren en daar dan wel een bepaald grensbedrag aan te koppelen.
Omwille van deze redenen vernietigt de Raad van State de verstrengde eigendomsvoorwaarde, maar accepteert de gevolgen van deze maatregel tot eind 2025.
Wat betekent dit voor (kandidaat-) sociale huurders die de afgelopen jaren getroffen werden door de maatregel?
We onderzoeken nu in hoeverre de gedupeerden de aansprakelijkheid van de Vlaamse Regering kunnen inroepen, en een vergoeding kunnen eisen voor de geleden schade voor de rechtbank.
Als we het criterium toepassen van de normaal zorgvuldige en voorzichtige overheid, kunnen we stellen dat de Vlaamse Regering hier wel degelijk een fout heeft begaan, ze heeft immers een norm geschonden van nationaal recht (de Grondwet) en ook van internationaal recht die directe werking heeft in de interne rechtsorde (het gelijkheidsbeginsel in verschillende internationale verdragen). Dit werd bevestigd in dit arrest van de Raad van State.
Door deze fout van de van de Vlaamse Regering hebben heel wat mensen ernstige schade geleden. Sociale huurders werden onterecht opgezegd en verloren hun sociale woning. Kandidaat sociale huurders werden onterecht van de wachtlijst geschrapt, ze kwamen niet meer in aanmerking voor de toewijzing van een sociale woning én verloren eventueel hun recht op een huurpremie. Huurders en kandidaat-huurders die hun woning of plaats op de wachtlijst dreigden te verliezen, hebben onroerend goed snel snel veel te goedkoop van de hand gedaan of er zelfs alleen maar kosten voor gemaakt. (Gewezen) sociale huurders en (geschrapte) kandidaat-huurders zullen deze schade wel moeten aantonen.
Ben je in die situatie, maak dan een afspraak bij de Huurdersbond. We onderzoeken in elke casus wat er mogelijk is, afhankelijk van de concrete omstandigheden.
Lees hier ook de getuigenis van VIVAS-ambassadeur Patrick en Jenny in het Laatste Nieuws.