Mythes in het woninghuurdebat (deel 3): Zijn huurders te goed beschermd?
Gepost op 2017-02-02In deze Trump-tijden is het maar de vraag of de feiten er nog toe doen. Wij hopen in elk geval van wel. Aangezien er nogal wat wilde verhalen de ronde doen over het huren van een woning, zullen we de komende weken een aantal mythes ontkrachten. Vandaag vragen we ons af of huurders te goed beschermd zouden zijn, zoals sommigen wel eens durven te beweren.
Te goed beschermd, maar wel kunnen opdraaien voor de eigendoms- en beheerskosten van de verhuurder
Ingefluisterd door verhuurders en makelaars durven ook beleidsmakers wel eens te opperen dat de Vlaamse huurder te goed beschermd is.
Maar hoezo, de huurder is te goed beschermd? Het is nog altijd mogelijk om typische kosten van beheer op de huurder af te wentelen, zoals de kosten van de syndicus of zelfs de kosten van de vergadering van de mede-eigendom.
Hoezo, de huurder is te goed beschermd? Er zijn nog altijd huurcontracten die de huurder bij vertrek uit de huurwoning verplichten om bij het einde alle kamers opnieuw te schilderen.
Hoezo, de huurder is te goed beschermd? Het zijn nog altijd de verhuurders die kandidaat-huurders verregaand selecteren en zelfs soms discrimineren. Het zijn niet de kandidaat-huurders die inlichtingenfiches aan de verhuurders vragen, die nochtans ook soms hun verplichtingen niet nakomen. Wie is hier de sterkste partij? Diegene die erin slaagt de andere te selecteren en zelfs te discrimineren, of diegene die geselecteerd en gediscrimineerd wordt?
Te goed beschermd, maar wel slechte woonkwaliteit moeten verdragen
Hoe kan men nu beweren dat de huurder te goed beschermd is? Liefst 46,9% van de private huurwoningen voldoet niet aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitseisen, alhoewel dit minimale vereisten zijn. Dat is een aanmerkelijk slechter cijfer dan voor alle woningen (37,2%). En bij 21% van de private huurwoningen (dus één op vijf) is er zelfs sprake van structureel ontoereikende kwaliteit. Hoe kan men nu beweren dat huurders slechte woonkwaliteit moeten tolereren en toch te goed beschermd zijn?
Te goed beschermd, maar wel verslechtering van de betaalbaarheid van de huur
En als het over de betaalbaarheid gaat, moeten we ook niet lyrisch worden. De betaalbaarheid voor de private huurders is fel verslechterd. In 2005 betaalde 39,2% van de private huurders meer dan 30% van z’n inkomen aan huur, in 2013 is dit gestegen tot 48,6%. Hoe kunnen huurders nu te goed beschermd zijn terwijl de betaalbaarheid van hun huur er in rasse schreden verder op achteruit is gegaan?
Te goed beschermd, maar wel slachtoffer van wetsomzeiling door verhuurders
En voor wie er nog niet genoeg van krijgt. De huidige woninghuurwet laat in de wetgeving een achterpoortje open waardoor sommige huurwaarborgformules ontsnappen aan het maximaal bedrag van twee maanden huur wanneer de huurder van bij de aanvang de huurwaarborg in één keer betaalt.
Uit ons jaarrapport over de werking van de huurdersbonden in 2015 blijkt dat liefst 10% van de huurders die vanaf 18 mei 2007 een woninghuurcontract hebben gesloten, een huurwaarborg van drie maanden huur betaalt. Uit die gegevens blijkt ook dat 25% van de huurders die gedwongen een Korfina-huurwaarborg moesten aangaan een borg van 3 maanden huur moesten neertellen, zelfs al betaalden ze de borg in één keer! En dit terwijl de woninghuurwet bepaalt dat wanneer men een huurwaarborg van bij de aanvang integraal onder de vorm van geld bij een bank stelt, die niet meer dan twee maanden huur mag bedragen.
Hieronder een voorbeeld van een huuraffiche vol onvriendelijke huurdersbepalingen. Hoezo, de huurder is te goed beschermd?
Heb je ook vragen bij je rechten als huurder? Neem dan contact met de huurdersbond van uw provincie.
Dit artikel is gebaseerd op een uittreksel uit het Huurdersblad editie 227 uit juni 2016, maar is tot op vandaag actueel. Abonneer je nu hier op het Huurdersblad.