Huurprijzen blijven ook in 2018 verder stijgen
Gepost op 2019-05-19De gemiddelde maandelijkse huurprijs is op één jaar tijd gestegen met ongeveer 14 euro. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Vlaamse huurdersbonden. Op basis van 17.866 dossiers blijkt de gemiddelde huurprijs van de huurdersbondcliënten 614,11 euro te bedragen in 2018. De huurprijzen blijven nog steeds iets sneller stijgen dan de gezondheidsindex.
Huurprijzen
Waar je een woning huurt, bepaalt sterk hoe hoog je huurprijs is. Vlaams-Brabant blijft de duurste provincie om iets te huren. De gemiddelde huurprijs is daar 655,83 euro. In West-Vlaanderen blijven de huurprijzen traditioneel het laagst met gemiddeld 581,2 euro. Huur je in Antwerpen dan betaal je gemiddeld 608,14 euro en in Oost-Vlaanderen zelfs 642,28 euro. In Limburg vind je een huurwoning of -appartement voor gemiddeld 592,44 euro.
Naast de locatie speelt ook het soort woning een rol. Zo is de gemiddelde huurprijs voor een appartement gestegen tot 606,31 euro, voor een rijwoning tot 648,43 euro en voor een studio tot 443,1 euro. We moeten ook vaststellen dat de laagste huurprijzen ook het snelst stijgen over verschillende jaren heen. De afgelopen vijf jaar zijn de 20% laagste huurprijzen gestegen met maar liefst 11,42%, terwijl de hoogste huurprijzen zijn gestegen met 7,1%.
Woonsurvey 2018
Daarenboven weten we uit recent onderzoek dat ongeveer de helft van alle private huurders, dat is om en bij de 280.000 gezinnen, nu al meer dan 1/3e van zijn inkomen aan huur besteedt. We weten eveneens dat drie op de 10 private huurders, wat ongeveer 170.000 huishoudens zijn, na het betalen van de huur te weinig overhoudt om nog menswaardig te kunnen leven. Met voortdurend stijgende huurprijzen en ontoereikende beleidsingrepen zal de situatie enkel erger worden.
Handen uit de mouwen
De volgende Vlaamse regering zal dus de handen uit de mouwen moeten steken. Een forse versnelling (minstens verdubbeling) van het groeiritme voor sociale woningen kan niet uitblijven. 135.000 alleenstaanden en gezinnen hebben recht op een sociale woning, maar moeten zich door de lange wachtlijsten behelpen op de private huurmarkt. Daarom moet ook de huursubsidie aangepast worden. Deze mag niet langer beschouwd worden als een verhuissubsidie, maar moet een echte betaalbaarheidsondersteuning worden. Tegelijk moet het betaalbaar aanbod versterkt worden door het geconventioneerd huren in te voeren, waarbij verhuurders een voordeel krijgen wanneer ze betaalbaar en kwaliteitsvol verhuren aan mensen met een woonbehoefte.
De Vlaamse huurdersbonden doen alvast deze, maar nog veel meer beleidsaanbevelingen om de structurele wooncrisis niet te laten ontaarden in een wooncatastrofe.