VDAB-inschrijvingsplicht voor sociale huurders: een doortrapt plichtenverhaal

Gepost op 2023-04-04

Met ingang van 1 januari 2023 moeten sociale huurders, nieuwe en bestaande, aan een bijkomende verplichting voldoen. Sociale huurders (en dus geen andere medebewoners) tussen 18 en 65 jaar die geen job uitoefenen moeten zich inschrijven bij de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling). Het loutere inschrijven volstaat. Niemand is bevoegd om te controleren of je effectief voldoende inspanningen doet om werk te zoeken.

De sociale verhuurder is wel verplicht om de inschrijving bij de VDAB na te gaan en dit door te geven aan de toezichthouder. Vanaf april kan je dus als sociale huurder een boete krijgen als je niet bij de VDAB bent ingeschreven. Wel moet de toezichthouder vooraf de sociale huurder in gebreke stellen en hem de kans geven om zich alsnog in te schrijven bij de VDAB of aan te tonen dat hij vrijgesteld is van deze verplichting.

Er zijn een aantal uitzonderingsgronden voorzien, waarvoor de inschrijvingsplicht niet geldt. Die tijdelijke of definitieve vrijstellingsgronden voor niet uitkeringsgerechtigde sociale huurders zijn arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of erkende handicap.
We merken op dat uitkeringsgerechtigde werkzoekende sociale huurders kunnen rekenen op ruimere billijkheidsgronden om vrijgesteld te worden van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt dan niet uitkeringsgerechtigde sociale huurders. Die ongelijke behandeling begrijpen we niet. Waarom zouden deze laatste geen vrijstelling kunnen bekomen voor mantelzorg of wanneer ze hogere studies volgen om hun beroepskansen te verbeteren? Bovendien, doordat de gegevensuitwisseling met VDAB niet tijdig op punt staat, moeten sociale huurders zelf hun vrijstellingsgronden inroepen en bewijzen.

Bijna alle sociale huurders ontvingen begin dit jaar een brief van hun sociale verhuurder waarin ze worden gewezen op deze verplichting. Veel sociale huurders begrepen niet waarom ze deze brief ontvingen terwijl zij wel degelijk werken, met pensioen zijn of een vrijstellingsgrond hebben. Dit zorgde voor een grote ongerustheid.

Acht organisaties, waaronder het Vlaams Huurdersplatform, hebben een procedure bij het Grondwettelijk Hof ingeleid waarin ze de vernietiging van deze nieuwe verplichting vragen onder andere omdat deze verplichting geen verband houdt met het recht op een behoorlijke huisvesting. Deze procedure is nog hangende. De organisaties zijn geen tegenstander van het activeren van mensen met arbeidspotentieel via positieve en stimulerende maatregelen, maar niet door dit enkel als een huurdersverplichting voor sociale huurders in te voeren met als sanctie een mogelijks oplopende administratieve geldboete.